Wet op het hoger onderwijs en wetenschappelijk onderzoek
Artikel 5a.6c Voorafgaande instemming
Onze minister kan bepalen dat het accreditatieorgaan zijn voorafgaande instemming behoeft voor:
a
het oprichten van dan wel deelnemen in een rechtspersoon,
b
het in eigendom verwerven, het vervreemden of het bezwaren van registergoederen,
c
het aangaan en beëindigen van overeenkomsten tot verkrijging, vervreemding of bezwaring van registergoederen of tot huur, verhuur of pacht daarvan,
d
het aangaan van kredietovereenkomsten en van overeenkomsten van geldlening,
e
het aangaan van overeenkomsten waarbij het accreditatieorgaan zich verbindt tot zekerheidstelling met inbegrip van zekerheidstelling voor schulden van derden of waarbij hij zich als borg of hoofdelijk medeschuldenaar verbindt of zich voor een derde sterk maakt,
f
het vormen van andere fondsen en reserveringen dan de egalisatiereserve, bedoeld in artikel 5a.6d,
g
het doen van aangifte tot zijn faillissement of het aanvragen van zijn surséance van betaling.
Jurisprudentie bij dit artikel
- Hieronder wordt een selectie van de bijbehorende jurisprudentie getoond.
- Geen resultaten gevonden voor de door u opgegeven zoek termen.